Verdwijnend afval: uit het zicht maar niet vergeten

Daalt in jouw gemeente de hoeveelheid restafval na invoering van een nieuw inzamelsysteem, bijvoorbeeld diftar? Houd dan ook rekening met ‘verdwenen’ afval. De afname van de hoeveelheid restafval kan meestal niet volledig worden verklaard door extra gescheiden ingezameld afval. Waar blijft dit afval en waarom wil je dit liever niet? Of is dit het effect van minder consumeren?

Rijkswaterstaat heeft recent nog onderzoek gedaan naar nul-aanbieders en verdwijnend afval: “Gemiddeld neemt de hoeveelheid restafval met 89 kilogram per persoon per jaar af, terwijl de totale hoeveelheid afval gemiddeld met 59 kilogram afneemt”. Dat betekent dat de hoeveelheid ingezameld herbruikbaar afval niet dusdanig is toegenomen dat het de daling van het restafval compenseert. Een deel van het afval is dus niet meer in het zicht van de gemeente.

Waar blijft het afval?
Verdwijnend afval is niet per se iets van deze tijd. Inwoners vinden altijd wel een manier om zo goedkoop mogelijk van hun afval af te komen. In een ver verleden (denk: 20 jaar) deed De Afval-Spiegel voor een gemeente al onderzoek naar de zogenaamde ‘nul-aanbieders’; inwoners die nooit hun restafval aanbieden. Zij kregen een brief op de mat met daarin de vraag hoe zij het toch voor elkaar kregen om zo weinig afval te hebben. De gemeente kreeg een eerlijk antwoord terug: veruit de meeste nul-aanbieders woonden in het buitengebied, waar het gemakkelijker en goedkoper was om het afval bij het eigen bedrijfsafval te deponeren. De grootste groep hierna gaf aan het afval mee te nemen naar het werk.

 

Het extra gescheiden ingezameld afval verklaart meestal niet de daling van de hoeveelheid restafval.

Daarnaast is er natuurlijk nog de afvaltoerist. Deze brengt het restafval naar familie of vrienden waar niet betaalt hoeft te worden, of naar een milieustraat of ondergrondse container in een naburige gemeente waar geen toegangscontrole is. Afval dat uit het zicht van de gemeente raakt na een bepaalde beleidswijziging, blijkt in ieder geval niet (extra) gedumpt te worden. Er is geen toename van afvaldumpingen in het buitengebied en/of groenstroken.

Wel zien we in gemeenten waar burgers betalen per lediging (Diftar) vaak een toename van de gedumpte hoeveelheid per melding, maar zijn er minder meldingen. Ook wat betreft zwerfafval zien we in de meeste gemeenten geen toename.

Een andere verklaring (en wishful thinking) is dat inwoners beter zijn gaan scheiden of meer doen aan afvalpreventie, maar het is niet aannemelijk dat dit een verschil van gemiddeld 30 kilogram per inwoner per jaar veroorzaakt.

Wat kun je als gemeente doen tegen verdwijnend afval?
Afval dat verdwijnt telt – overigens net als vervuiling in de herbruikbare afvalstromen – niet mee in de berekening van de hoeveelheid kilogram restafval per inwoner per jaar. Waarom zou je dit dan niet gedogen? ‘Prima, geen probleem’ kun je immers denken. Het afval is met name verplaatst naar de bedrijven waar inwoners werken (of in de bedrijfsafvalcontainers van inwoners). Dan betaalt het bedrijfsleven ook een centje mee en scheelt het de gemeente aan verwerkingskosten. Maar gekeken naar het milieurendement is dit niet heel bevredigend, aangezien er bij bedrijven nog niet zo goed aan de bron gescheiden wordt.

Daarom is het toch belangrijk het verdwijnende afval in het zicht van de gemeente te houden. Uiteraard kun je er weinig aan doen als mensen hun afval mee naar hun werk of familie nemen, maar voor het bewustzijn is het goed om hier in je afvalbeleid aandacht voor te hebben. Er zijn wel enkele andere maatregelen te nemen tegen verdwijnend afval op regionaal niveau. Denk aan samenwerking met naburige gemeenten tegen afvaltoerisme. Zo voorkom je als gemeente het afvoerputje van de regio te worden. Sluit je ondergrondse containers af met een toegangspas en zorg voor toegangscontrole op de milieustraat. Of verklein de opening van de openbare prullenbakken om te voorkomen dat huishoudelijk afval daarin terecht komt.

Verdwijnend afval zal altijd blijven bestaan, net als de nul-aanbieder. Het blijft goed om bewust te zijn van het feit dat er inwoners zijn die op andere manieren van hun afval af komen. Als je veel verdwijnend afval hebt, heb je er geen zicht op en kun je er dus ook niet zeker van zijn dat alle huishoudelijk afval zoveel mogelijk gescheiden en hergebruikt wordt.

BRON: De afvalspiegel

[pdf-embedder url=”https://www.apbbedum.nl/wp-content/uploads/2020/01/2020_01_25-16_00-Office-Lens.pdf” title=”2020_01_25 16_00 Office Lens”]